De meeste mensen die naar Tunesië afreizen blijven aan de kust. Ze vliegen op Tunis en zakken dan via steden als Hammamet, Sousse en Monastir langs de kust naar beneden. Meestal maken ze nog een uitstapje naar Sidi Bou Said (zeker de moeite waard!) en gaan dan de woestijn in of naar Djerba. Uiteraard allemaal mooi, maar wel heel droog. Daarom vond ik het Noorden van Tunesië juist zo prachtig. Hier is het groen! In deze blog vertel ik dan ook over de bezienswaardigheden en natuur in het noorden van Tunesië.
Lees ook: Mooie natuur in Marokko
Bezienswaardigheden en natuur in het noorden van Tunesië
Vanaf Tunis is het naar Tabarka, wat bijna op de grens ligt met Algerije, ongeveer 3 uur rijden. Het is een mooie rit door de bergen, met regelmatig haarspeldbochten. Het kan er vroeg in de ochtend trouwens glad zijn, wat best verraderlijk is. Zo koud wordt het dus in de nacht in de bergen. Gelukkig verdwijnt de gladheid zodra de zon schijnt. Je zult regelmatig willen stoppen voor een foto, maar ook blij zijn als je de bergen uit bent. Ik vond het best een pittige rit met al die bochten! Zeker ook omdat onze chauffeur niet echt relaxed reed.
Testour
De is een klein stadje op de heuvels van de Medjerda-vallei, 20 km ten zuidwesten van Medjez-el-Bab. Het stadje ontwaakt vroeg met koffie op het plein voor de moskee, El Bathaa Square. Daarna gooien ze hun winkels open en komt de bevolking het eten kopen voor het avondeten. Heerlijk om langs te struinen en alle verse kruiden, groente, fruit en dadels te bekijken. Tussendoor zijn er ook allerlei kleine cafeetjes waar je heerlijke thee kunt drinken van pijnboompitten of munt. Op het grote plein vind je ook een mooi terras, waar je lekker mensen kunt kijken. Er is genoeg te zien! Loop zeker ook even langs de moskee en het badhuis.
Dougga
Dougga is een goed bewaard ruïnecomplex. Het stamt uit de 2e eeuw voor Christus. Ooit was het een verblijf voor Berberprinsessen. Later werden er nog triomfbogen en tempels bijgebouwd, als er Romeinse keizers naar Dougga kwamen. Er is een amphitheater en een tempel, prachtige oude badhuizen met overblijfselen van mozaïeken op de vloer en nog veel meer mooie oude gebouwen. Je kunt er uren ronddwalen, maar ook een gids boeken die je in het Engels uitleg geeft. Heb je trek gekregen? Pak dan de achteruitgang, waar een authentique Tunesisch restaurant zit: Dar Ejoud, een heerlijke plek voor een lunch in de tuin.
Djebba
Djebba, wat ook wel Thigibba Bure genoemd wordt, is een archeologische plek met veel prehistorische overblijfselen. Er is ook een groen gedeelde: Park Djedda. Je ruikt het berberbrood al direct als je uit de auto stapt, dat wordt daar vers gebakken. Maar daar kwamen we niet voor. Via de trappen klimmen we omhoog, de berg op. Je krijgt steeds meer uitzicht over het groene gebied en ziet af en toe een watervalletje (als ze niet droog staan). Er zijn ook grotten en en oud theater. De klim is pittig, zeker als je helemaal tot boven gaat, maar het uitzicht is absoluut de moeite waard!
Tabarka
Tabarka is een wat grotere stad. De publiekstrekker is het Genuese Fort, van waaruit je een prachtig uitzicht hebt over de zee en de stad. Er is veel gezelligheid en sfeer op straat. De haven is altijd druk, er zijn goede restaurants en je kunt er fijn winkelen. Je kunt de klim ernaartoe eenvoudig maken via de weg bij de haven. Het strand vond ik zelf niet echt mooi, omdat er veel plastic troep op ligt. De Tunesische bevolking is niet echt zuinig op z’n natuur, helaas.
Aïn Draham
Aïn Draham is een populair bos waar je goed kunt wandelen. Het ligt midden in de bergen op ongeveer 40 minuten rijden vanuit Tabaraka. Tijdens het wandelen kun je zelfs Algerije zien liggen, zo dicht tegen de grens ligt het aan. In dit bos ontspringen natuurlijke bronnen, de bevolking komt hier met grote plastic flessen aan om water voor thuis te halen. In de winter wordt in dit bos ook gejaagd op wild zwijn. Doordat er geen wandelingen zijn uitgezet, kun je makkelijk verdwalen. Een gids is dus handig en die kun je in Tabarka bij het Tourist Office boeken. Overnachten kan voortreffelijk bij Dar Monia Aïn-Draham.
Beni M’tir
Ook op ongeveer een uur afstand van Tabarka kom je het bergdorpje Beni M’tir tegen. Het ligt redelijk hoog. Het stuwmeer en de waterval zijn de trekpleisters, zowel voor toeristen als de lokale bevolking. Zij zoeken de rust van de natuur op in het weekend. De wandeling naar de waterval is ongeveer 6 km heen en terug. Je kunt in het meer trouwens niet zwemmen, dat is gevaarlijk. Het wordt gebruikt.
Bulla Regia
Één van de mooiste opgravingen van heel Tunesië is misschien wel Bulla Regia, een archeologische site nabij Bou Salem. Parkeren doe je voor de ingang, waar ook een toilet en klein cafeetje is. Deze plek bezoek je het liefst zo vroeg mogelijk, voor de bussen met Chinezen en Japanners aankomen. Twee uur kun je je er zeker wel vermaken, want het is een enorme stad die is opgegraven. Veel mozaïeken vloeren zijn in de huizen mooi bewaard gebleven, doordat ze onder de grond gebouwd zijn. Dit is vanwege de warme zomers, onder de grond was het dan lekker koel. Er zijn uiteraard ook baden en een amfitheater. Een gids is hier waardevol en kan je precies uitleggen hoe het er vroeger aan toe ging.
Tunesië bezoeken?
- Vluchten gaan helaas niet rechtstreeks van Nederland, dus je moet altijd overstappen. Vanuit Brussel kun je wel rechtstreeks vliegen, dus het is altijd een optie om daar zelf heen te rijden, daar te parkeren (is prima te doen, goed aan te lopen en betaalbaar) en vanaf daar te vliegen.
- Een auto huur je het meest betrouwbaar bij Sunny Cars. Wij hebben ook een keer een auto met een gids gehuurd, maar dit vonden we geen succes. De chauffeur reed roekeloos en we zaten met angst en beven in de auto!
- Overnachten kan bij de grote resorts, maar die vind ik zelf wat minder sfeer hebben. Ik kies liever voor de wat kleinere boutique hotels. Die hebben vaak mooi uitzicht en een fijne sfeer. Boeken kan hier, vaak ook nog wel last minute.
- Ga op de terugweg naar het vliegveld zeker even langs Sidi Bou Saïd, het leukste dorpje van Tunesië!
