MúlafossurWie de Faeröer eilanden gaat ontdekken komt aan op het eiland Vagar. Hier is namelijk het vliegveld. Op een heldere dag is het fantastisch om hier aan te komen vliegen. Je ziet direct de ruige natuur, de bergen, het groen (in het voorjaar of de zomer). Als je pech hebt, zie je alleen mist en wolken. Wij hadden geluk en ik werd instant blij: dit zou een fanastische natuurvakantie worden! En dat werd het ook. Vagar is vaak het eerste eiland dat je gaat ontdekken. Toen wij stonden te wachten bij de autohuur zei een man tegen ons: ga meteen naar de waterval kijken, want het is een mooie heldere dag nu! En dat deden we.

Lees ook: Elduvík, een traditoneel dorp op de Faeröer eilanden

Wat doen op het eiland Vagar op de Faeröer?

Op het eiland Vagar hoef je je niet snel te vervelen. Het is zelfs een prima uitvalsbasis om je eerste dagen op de Faeröer eilanden door te brengen. Een tunnel brengt je bovendien snel naar het eiland Streymoy, waar ook genoeg te doen is. Tips voor leuke accommodaties op Vagar zijn oa: The house with the amazing view, The View in Bøur,Luxurious Farmhousein Sandavágur enMúlafossur Cottages, stuk voor stuk comfortabele huisjes met mooi uitzicht. Wat er allemaal te doen is aan mooie wandelingen, leuke dorpjes en andere bezienswaardigheden op het eiland Vagar ga ik vertellen. Maarliefst 12 x doen op het eiland Vagar!

Sørvagur

Als je vanaf het vliegveld komt, zit je heel dichtbij het dorpje Sørvagur. Het is leuk om er even te stoppen, het is je eerste kennismaking met de Faeröerse dorpjes en alleen daarom al leuk. Als je boodschappen wil doen voor de lunch of ’s avonds kan dat hier, er zit een supermarkt. Ook kun je er een hapje eten of een koffietje doen bij de plaatselijke horeca. Een uitgebreide blog met alle tips en bezienswaardigheden in Sørvagur heb ik al geschreven, dus klik vooral even door voor meer informatie over deze leuke plek.

Kerk Sørvágur
Kerk Sørvágur

Bøur

Voor het allermooiste uitzicht, aldus een groot deel van de locals, moet je op het strand in Bøur zijn. Het is een gewilde plek voor fotografen die de zonsondergang willen fotograferen. Vanaf het strand kun je de rotsformaties zien in het water (zoomlens heb je wel nodig om dit goed te fotograferen). In de zomer zit hier ook een leuk koffietentje èn het is één van de stranden waar je veilig kunt zwemmen als de zee rustig is. Verder moet je niet al teveel verwachten van dit dorpje, want het is echt een gehucht. Over Bøur heb ik ook al een aparte blog geschreven met heel veel informatie, waaronder een hele leuke plek om te overnachten. Check het hier.

Genieten van het uitzicht in Bøur op de Faeroër eilanden
Bøur

Múlafossur

Eén van de bekendste plekken op de Faeröer eilanden is natuurlijk de waterval Múlafossur. Wij troffen een prachtig zonnige dag, waardoor hij heel goed te zien was. De waterval is ongeveer 15 minuten rijden vanaf het vliegveld en ligt op een steenworp afstand van Gásaladur. Je auto parkeer je langs de weg 45, je ziet vanzelf een klein parkeerplekje waar dat kan. Daarna is het een klein stukje lopen naar de waterval. Er zijn twee mooie punten, de ene is direct voor de waterval en de andere is een stukje verder lopen langs het pad. Pas wel op, want het stopt daar opeens, maar vanaf de zijkant kun je dan ook een mooie foto maken. Bij mooi weer kan ik je aanraden om lekker in het gras te gaan zitten en te picknicken met zicht op de waterval. Wij hebben dat gedaan en dat was heerlijk. Het is een plek waar veel toeristen komen, dus houdt er rekening mee dat het wat drukker kan zijn dan op andere plekken. Bij ons werden er ook foto’s gemaakt van een bruidspaar.

Múlafossur waterval
Múlafossur waterval

Gásaladur

Na je bezoek aan de waterval kun je even doorrijden naar Gásaladur. Dit dorpje heeft een eigen parkeerplek. Via een klein pad loop je zo omhoog het dorpje in. Het bestaat uit maar een paar straten. Ik zag een klein winkeltje waar je wat eieren kon kopen en melk. En er was een gezellig café met een leuk terras buiten. De eigenaresse begon mij enthousiast te vertellen over hoe ze hier hun eigen bier brouwen. Ze liet foto’s zien van hoe de hop gedroogd wordt op de vloer van het café. Haar Engels was niet heel goed, waardoor ik niet alles begreep, maar haar enthousiasme werkte aanstekelijk. De naam van het café, wat een familiebedrijf is, is Gásadalsgarður en bestaat sinds 2017. Het is ook een guesthouse.

Gásaladur cafe
Gásaladur cafe

Skarðsáfossur

Tussen Bøur en Gásaladur ligt de waterval Skarðsáfossur. Wij hebben deze waterval niet bezocht vanwege een gebrek aan tijd. Iets wat voor veel toeristen geldt. Hierdoor mis je dus dit fantastische natuurfenomeen, want ik heb wel gelezen dat het een prachtige (geheime) plek is, best wel lastig te vinden ook. Hoe kom je bij Skarðsáfossur? De korte wandeling begint vlak voor de tunnel naar Gásadalur. Begin met wandelen richting de zee en al snel sta je boven een bergkam die bekend staat als Akranessker. Loop zo dicht mogelijk langs de rand naar beneden en ga dan zo ver mogelijk naar rechts. Al snel zal de verborgen waterval verschijnen. Sommige mensen treffen hier ook vele papegaaiduikers èn zelfs zeehondjes! Er is ook een klein strandje, loop daarvoor links langs de kust en dan zie je een kleine kloof. Je kunt hier alleen komen met een bootje, klimmen is niet aan te raden, dat is gevaarlijk. Wil je de waterval en het strandje vanaf het water zien? Dan raad ik je aan om gewoon een boottour te boeken.

Leitisvatn/Trælanípa

Waar een meer de oceaan ontmoet, dat is de bizar mooie plek Leitisvatn/ Traelapina en het wordt ook wel Slave Cliff en Lake Above the Ocean genoemd. Een pittige wandeling, die ook nog eens geld kost om deze te mogen maken. Je betaalt €25 per persoon, voor jonge kinderen is het gratis en pubers betalen de helft. Was een duur grapje dus voor ons gezin. Toch was het wel een hele toffe wandeling vanwege de prachtige uitzichten. Er stond een harde wind, terwijl het een mooie dag was. Neem dus zeker een warme trui mee en een winddichte jas. Je zult er geen spijt van krijgen. Het laatste stuk is veel klimmen en met de harde wind ook best een beetje spannend. Maar geef niet op, want het eindpunt is echt de moeite waard. Parkeren en de fee betalen kan door op Google Maps “Slave Cliff” in te voeren en daar naartoe te navigeren. Er is best een groot parkeerterrein en na afloop kun je er ook wat drinken.

Bøsdalafossur

Als je nog een stukje verder om de berg heen loopt als je de wandeling naar naar Trælanípa maakt, kun je ook de waterval Bøsdalafossur nog meepikken. Het is echter een best een stukje extra en heel goed kun je de waterval vanaf land niet zien. Al die prachtige foto’s zijn of met een drone, of vanaf de zee gemaakt. Wij (en dan vooral onze kinderen) waren behoorlijk moe na de wandeling in de stevige wind en hebben het niet meer gedaan.

Sandavágur

Sandavágur betekent letterlijk zanderige inham, wat verwijst naar het zandstrand waar je ook kunt zwemmen. Er loopt een riviertje langs het dorp en met name het kerkje springt in het oog. Bij mooi weer is dit een heel leuk dorpje om te bezoeken. Kinderen spelen in de rivier, het kerkje steekt mooi af tegen de blauwe hemel en je kunt langs de kerk een heel stuk wandelen langs het water. Daar zal je ook zeker het monument Seyðamaðurin á Sondum zien, die het verhaal verteld van een legende. Ook het dorpje is leuk, het ligt wat hoger en vanaf daar heb je een prima zicht op de omgeving en het kerkje.

Miðvágur

Miðvágur ligt dichtbij het vliegveld en heeft ongeveer 1000 inwoners. Dat is voor de Faeröer eilanden best groot. Het heeft ook een voetbalclub en de oudste huisjes van het eiland Vagar, genaamd Kálvalíð. Ook hier vind je supermarkten en een plaatselijk cafeetje. Er is zelfs een oorlogsmuseum. Als je de tijd hebt, zeker even doorheen rijden.

Trøllkonufingur

De rotsformatie Trøllkonufingur is een bekende bezienswaardigheid die je op ongeveer 20 minuten lopen vanaf café Fiskastykkið  in Sandavágur kunt vinden. Deze stekelige rots van 313 meter kun je ook zien vanaf Miðvágur.

Drangarnir

Ook Drangarnir zee ark is ook heel bekend van foto’s. Het beste is om deze met een boottour te bezoeken. Je maakt dan ook een hike naar een plek waar je mooie foto’s kunt maken. Je boekt de tour hier.

Mykines

Tja, wel of niet naar Mykines gaan, dat is de vraag. Het eiland lig dichtbij Vagar, het is het meest westelijke van de 18 eilanden van de Faeröer. Er zijn twee bergen op het eiland: de Knúkur en de Árnafjall. De naam van het eiland zou van het Keltische muc-innis afgeleid zijn, wat “varkenseiland” betekent. Hier gaan de meeste mensen heen voor de puffins, wat het meteen ook een mega druk en toeristisch eiland maakt. Zonder gids kun je er niet heen, want er broeden veel vogels en de gids weet precies waar je wel en niet mag komen. Het is ook erg duur om er te komen en de boot wordt bij slecht weer vaak afgelast. Je kunt verschillende tours boeken via deze website. Wij hebben ervoor gekozen om het niet te doen en hebben een ander eiland bezocht: Skuvoy.

Tindhólmur

Het eiland Tindhólmur ligt voor de kust van het eiland Vagar. Je herkent het eiland aan z’n puntige stekels. Dit eiland kun je goed zien vanaf het strand bij Bøur. Het eiland heeft een oppervlakte van 6500m² en het hoogste punt ligt op 262 meter. Tindhólmur is onbewoond. Ook hier kun je een tour naartoe boeken, het is mij niet helemaal duidelijk of je dan ook het eiland op gaat of alleen rond vaart. Meer informatie hierover lees je op deze website.

Gáshólmur

Gáshólmur is ook een klein onbewoond eilandje wat voor de kust van Vagar ligt, iets meer ten westen van Tindhólmur aan het Sørvágsfjørður. Het eiland heeft een oppervlakte van 10 hectare en het hoogste punt ligt op 65 meter. Op de noordwestelijke punt van het eiland staat een kleine vuurtoren. Ik heb niet kunnen vinden of je hier een tour naar kunt maken, maar voor de volledigheid wilde ik ‘m toch aan dit artikel toevoegen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in