Het meest noordelijk gelegen dorpje op Streymoy heet Tjørnuvík. Deze hidden gem heeft uitzicht op de bekende rotspinnen Risin og Kellingin (de reus en de heks). Wie geluk heeft, treft de rotsen aan gehuld in mist. Dit geeft een extra mooi effect. Het strand is groot en uitgestrekt bij eb en heeft zwart zand. Het is één van de oudste dorpjes van de hele Faeroër eilanden en er zijn bewijzen dat er vikingen hebben gewoond. Vanuit Tjørnuvík kun je de berg over wandelen naar Saksun in zo’n 2 uur tijd (6,4 km).
Lees ook: Saksun, een bijzonder mooi gelegen dorpje op de Faeroër
Wat is er te doen in Tjørnuvík?
Nu is Tjørnuvík maar een klein dorpje en op het eerste gezicht is er misschien niet zoveel te doen, maar wij hebben daar toch erg genoten van dit leuke dorpje. Het is sowieso een goede surfspot. Als je het dorpje binnenkomt via de hoofdweg zie je aan je rechterhand meteen een huisje aan het strand waarop staat Faroe Island Surfing. Hier kun je turfspullen huren en surfcursussen boeken. Voor de liefhebbers, want ik vond de zee best wild. Nu snap ik dat dat juist de bedoeling is bij surfen, dus als je het leuk vindt, is dit de plek waar je moet zijn. Surfen met uitzicht op de sea stacks, wie wil dat nou niet?
Via de Sandbakkin naar het privé café
Wij parkeerden de auto voor Faroe Island Surfing en liepen via de Sandbakkin (wij grapten al: de zandbak in!) het stadje in. Je komt eerst langs het kerkje en als je dan naar links gaat kom je op een soort pleintje terecht. Rondom dit pleintje staan vele huisjes met geverfde stenen voor de deur, alleen dat vond ik al een leuke bezienswaardigheid hier, maar nog grappiger was het mannetje dat eruit zag als een kabouter die buiten wafels stond te bakken. Hij woont hier en heeft een grote picknicktafel neergezet om aan toeristen koffie en thee en Faeroërse wafels met jam en zoete room te verkopen. Hij vroeg niet eens of we wilden, hij begon gewoon te bakken en zette alles voor ons neer. Voor de kinderen had hij pakjes sap. Na afloop moesten we €25 betalen, maar ik gunde deze man zijn verdiensten. De kinderen noemden het aan het einde van de dag het leukste wat ze hadden meegemaakt!
Gekleurde stenen
In dit dorp zie je dus overal gekleurde stenen voor de huizen. Het valt je misschien niet eens op als je er niet op let, maar toen ik er eenmaal eentje gezien had, zag ik ze overal. Leuk om door de kleine straatjes te wandelen en ze op de foto te zetten. De ene is nog mooier geverfd dan de andere. Ik was fan van de steen met de puffins. Net een schilderij. Ik had ‘m graag meegenomen voor in mijn eigen tuin.
Tjørnuvík, dorp met uitzicht op Risin og Kellingin
Vanaf bijna elke plek in het dorpje, maar vooral vanaf Tjørnuvík Beach, heb je uitzicht op de twee vrijstaande rotspunten met de naam Risin og Kellingin. Volgens de legende waren dit een reus en een heks die probeerden de Faeroër eilanden naar IJsland te trekken. Het is een populair fotopunt op de Faeröer en je zult hier dan ook wel enkele toeristen tegenkomen. Dat waren er begin mei slechts een stuk of 8, maar grappig genoeg zaten daar wel Nederlanders bij.
Ook naar de Faeröer eilanden?
Wil jij ook een onvergetelijke reis door de Faeröer eilanden maken? Laat je niet afschrikken door een overstap bij het vliegen, het is namelijk echt de moeite waard om deze afgelegen plek in de Noorse zee te bezoeken. Het ligt tussen IJsland en Schotland in en heeft qua natuur dan ook zeker raakvlakken met de landschappen daar.
Tips voor een bezoek aan de Faeröer eilanden
- Vliegen vanuit Nederland doe je het beste met SAS Airlines. Afhankelijk van welke vlucht je kiest moet je vaak 1 of 2 keer overstappen. Meestal op Kopenhagen en/of Oslo. Als je een korte overstap hebt en er is vertraging mis je soms je aansluiting, maar SAS regelt dan heel netjes de eerstvolgende vlucht. Wij hadden 3 uur overstaptijd en geen vertraging, dus hadden in Kopenhagen de tijd voor een ontbijtje en een shopmoment op het vliegveld.
- Een huurauto op de Faeröer eilanden is wel een must. Er zijn maarliefst 18 verschillende eilanden en niet overal komt openbaar vervoer. De eilanden zijn met elkaar verbonden door tunnels of veerboten. Houdt hier ook rekening mee wat betreft de kosten: veel tunnels kosten €25 of €35 per ritje. Bij elkaar hebben wij nog wel zo’n €750 uitgegeven aan de tunnels. Het kenteken van je huurauto wordt gescand en bij het inleveren van de auto reken je af met de autoverhuurmaatschappij. Een auto kun je huren via Sunny Cars of, als je een iets goedkopere optie wenst, via Drive Boo.
- Overnachten op de Faeröer eilanden is best een puzzel. Wij zaten uiteindelijk in een fantastisch huisje op het eiland Sandoy. Deze is aan Torshavn verbonden met een tunnel, wat ongeveer een half uur rijden is. Het lastige was wel dat we daardoor dagelijks 2 keer door de tunnel moesten als we een ander eiland gingen bezoeken. De kosten lopen dan hard op. Toch ontkom je er niet aan als je op een andere plek overnacht, want als je alle eilanden wil bezoeken zul je toch steeds door tunnels of met veerboten gaan. Wij zaten in Vacation Home Scenic Nature Sandoy Beach“ en dat is vanwege het uitzicht en het comfortabele en leuk ingerichte huisje zeker een aanrader.